Als ik echter doorvraag wát de betreffende organisatie dan precies doet, dan komt men vaak niet veel verder dan “Wij bieden een ouderenregeling” of “Bij ons kan iedereen opleidingen volgen” of “Wij hebben flexibele werktijden”.
Dus inderdaad, we doen allemaal iets aan duurzame inzetbaarheid maar de vraag is daarbij wel of wát we doen echt verschil maakt en waarde toevoegt aan de inzetbaarheid van werknemers en aan het verbeteren van de financiële prestaties van de organisatie.
Voeg daarbij dat duurzame inzetbaarheid inmiddels ook zó’n enorm containerbegrip geworden is dat we vaak door de bomen het bos niet meer zien en we geen eenduidige definitie hanteren.
Door onderzoek en ervaring heb ik inmiddels een aardig beeld van het begrip duurzame inzetbaarheid en is mijn wát een heel stuk duidelijker geworden. Ik heb er zelfs mijn beroep van gemaakt en werk sinds 2010 als Vitaliteitsmanager & Adviseur Duurzame Inzetbaarheid voor diverse organisaties.
In dit artikel neem ik u graag mee door een aantal stappen die u zelf al kunt zetten om de wát van duurzame inzetbaarheid binnen uw eigen organisatie helder te krijgen.
Ik wens u veel leesplezier en succes met de eerste stappen naar een vitale organisatie!
Maaike Thijssen, Oprichter De Vitaliteitsmanager®
Het begrip duurzame inzetbaarheid nader bekeken
Toen ik me ging verdiepen in het begrip duurzame inzetbaarheid vond ik het een onduidelijk begrip wat bij mij weinig positieve associaties opriep. Ik zocht naar eenvoudige definities over wat duurzame inzetbaarheid nou daadwerkelijk is en raakte meer en meer in verwarring. Ingewikkelde hoogdravende volzinnen over bijvoorbeeld een leven lang leren, daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden binnen dan wel buiten de organisatie, levensfasebewust personeelsbeleid, enzovoorts. Maar wat was het nou echt?
Ik bezocht op mijn zoektocht naar ‘the Holy grail’ diverse Masterclasses van Hoogleraren op het gebied van duurzame inzetbaarheid welke ontzettend interessant waren en opnieuw de urgentie ervan benadrukten. Ik zag ook zeker de rode draad in alle definities en ook de noodzaak tot actie, maar de vraag die mij tijdens deze zoektocht steeds bezig bleef houden was “Wát gaan we nou in de praktijk echt doen?”
Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat duurzame inzetbaarheid eigenlijk gewoon goed HR-beleid is. Tenslotte zouden alle activiteiten binnen HR toch gericht moeten zijn op het inzetbaar houden van medewerkers? Waarom dan opeens toch een nieuwe term? Was het soms oude wijn in nieuwe zakken?
Ik concludeerde dat het enige nieuwe in alle definities was, dat er gesproken werd over mentale en fysieke fitheid van medewerkers, over energie, zingeving, bevlogenheid etc. Zaken die tot voor kort eigenlijk altijd tot de privésfeer behoorden en nog niet echt geïntegreerd waren in menig HR-beleid. U als werkgever speelt daar tegenwoordig een groeiende rol in.
Voor mij is de beste en meest aansprekende definitie van duurzame inzetbaarheid die van TNO (in samenwerking met het NPDI).
Duurzame Inzetbaarheid is het vermogen van werkenden om nu en in de toekomst toegevoegde waarde in het werk te leveren en te ervaren.
Duurzaam ingezette en inzetbare werkenden
- zijn van goede gezondheid en voelen zich energiek en vitaal
- houden hun kennis, vaardigheden en arbeidsmarktcompetenties op peil
- zijn betrokken bij de organisaties voor wie zij werken en enthousiast en gemotiveerd door hun werk
- hebben en houden een goede werk-privé balans.
TNO benadrukt hierbij dat, naast persoonlijke en sociaal maatschappelijke factoren, natuurlijk ook de context van werk, specifieke organisatiefactoren en technologische ontwikkelingen van invloed zijn op de duurzame inzetbaarheid van werkenden.
Naar mijn mening is het eerste aandachtsgebied (gezondheid, energie, vitaliteit) het belangrijkste. We kunnen namelijk nog zo gemotiveerd, betrokken, competent en in balans zijn, als we mentaal, fysiek of emotioneel niet meer mee kunnen dan houdt ons werkend leven binnen de organisatie vaak op. Voor mij is Vitaliteit dan ook het fundament van duurzame inzetbaarheid.
Vitaliteitsmanagement is daarmee mijn wát van duurzame inzetbaarheid. Investeren in Vitaliteitsmanagement levert Vitale organisaties. Bij Vitale organisaties zijn medewerkers mentaal en fysiek fit voor de job, worden talenten optimaal benut, werken teams energiek samen en blijft iedereen met plezier aan het werk.